Kaderbrief 2024 01

2.4 Toelichting op meerjarenperspectief 2024-2027

In dit hoofdstuk gaan we kort in op de belangrijkste ontwikkelingen, waarbij ook is gekeken naar het vertrekpunt voor de Kaderbrief 2024. In de periode van november 2022 tot 1 mei 2023 is een aantal besluiten genomen die het financieel beeld van de begroting 2023-2026 beïnvloeden. Deze besluiten hebben betrekking op: de motie schoonmaak, de bijstelling van de algemene uitkering 2023-2026, het vervallen van grafrechten voor de KNIL-graven en de bijstelling van huurinkomsten voor de culturele sector. Met deze besluiten ontstaat een nieuw vertrekpunt voor de samenstelling van de Kaderbrief 2024.

Trendmatige ontwikkelingen

Zowel de ontwikkeling van de prijzen als de lonen is naar boven bijgesteld ten opzichte van de verwachtingen in de begroting 2023. Zoals eerder aangegeven volgen we de verwachtingen van het CPB in CEP2023. Deze ontwikkelingen zijn vertaald in de financieel technische uitgangspunten. Het financieel effect hiervan bedraagt € 3,6 miljoen in 2024 oplopend naar € 7,7 miljoen in 2027.

De ontwikkeling in de begrotingen 2024 en meerjarenramingen 2025-2027 van de Verbonden partijen ten opzichte van de begroting 2023 jaarschijven 2024–2026 leiden tot hogere lasten. Het gaat hier om € 2,0 miljoen in 2024 oplopend naar € 2,8 miljoen in 2027.

Overige autonome ontwikkelingen

Naar aanleiding van het herstelplan 2020-2024 stelde de provincie Drenthe als toezichthouder dat de inzet van de exploitatiereserves MRI en DNK strijdig is met wet- en regelgeving. De gemeente moest daarom uiterlijk in 2025 maatregelen nemen om hieraan een eind te maken. We doen dit in twee fasen. Dat betekent dat we voor de begroting 2023 al besloten hebben de onttrekkingen uit de reserve MRI te stoppen en de reserve op te heffen. Met deze kaderbrief stellen we voor om invulling aan de tweede fase te geven en te stoppen met de inzet van exploitatiereserve DNK. Hierdoor ontstaat met ingang van 2025 een nadeel van € 1,2 miljoen, dat jaarlijks daalt met € 125.000. Hiermee is het Herstelplan 2020-2024 volledig afgewikkeld.

Daarnaast hebben we de reguliere investeringsopgave voor het gebouw De Nieuwe Kolk ingepast in samenhang met de vorming van een nieuwe kapitaalreserve. Hiervoor gebruiken we de resterende middelen uit de exploitatiereserve DNK.

In de begroting 2023 zijn voor 2023 en 2024 middelen beschikbaar gesteld voor de tijdelijke huisvesting van RENN-4. In de aanloop tot definitieve invulling en besluitvorming zijn aanvullende middelen nodig met ingang van 2025. Het gaat hier om € 0,25 miljoen per jaar.

In de begroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026 is rekening gehouden met een aantal ontwikkelingen die qua omvang en tijdspad moeten worden bijgesteld. Het gaat hier om een budget voor Jeugd, Veiligheid en Reclassering dat, naar het nu blijkt, ten onrechte is afgevoerd. Om deze wettelijke taak uit te kunnen voeren en de komende jaren te kunnen blijven investeren moet dit worden hersteld. Het gaat hier om een structureel budget van € 0,6 miljoen. Daarnaast is gebleken dat de besparingsopgave voor de bedrijfsvoering die voortvloeit uit het Informatieverhaal van Assen nog niet kan worden ingevuld. Dit betekent een verschuiving in de tijd van € 1,0 miljoen in 2024 en € 0,5 miljoen in 2025.

Hoofdpunten meicirculaire 2023

Structureel aanvullende middelen met ingang van 2027

Bij de septembercirculaire 2022 heeft het Rijk in het kader van de nieuwe financieringsmethodiek met ingang van 2026 eenmalig een bedrag van € 1,0 miljard voor het jaar 2026 beschikbaar gesteld. Het kabinet heeft nu besloten om deze middelen structureel te maken met ingang van 2027. Voor Assen betekent dit een verbetering van het meerjarenbeeld met circa € 3,8 miljoen.

Accresontwikkeling 2023-2027

Als bijzondere maatregel wordt het niveau van het accres 2022 structureel bijgesteld. Als gevolg hiervan bedraagt het bijzonder accres € 0,5 miljoen met ingang van 2023. Voor de jaren 2024 tot en met 2027 is het reguliere accres licht naar boven bijgesteld en komt naar verwachting uit op € 1,9 miljoen in 2024 oplopend naar € 4,2 miljoen in 2027.

Hervormingsagenda jeugd

Op 18 april jl. is een principeakkoord bereikt tussen het Rijk en de VNG over de hervormingsagenda op het onderdeel financiën. Het budgettaire effect van het principeakkoord is, vooruitlopend op de algemene ledenvergadering van de VNG doorgerekend en afgezet tegen de stelpost jeugdzorg, zoals deze nu in de begroting 2023–2026 is verwerkt.

Vervallen abonnementstarief WMO voor alle voorzieningen met ingang van 2026

Bij het aantreden van het Kabinet Rutte IV was voorzien dat met ingang van 2025 het abonnementstarief voor huishoudelijke hulp zou komen te vervallen met daarbij een structurele korting van € 95 miljoen op het gemeentefonds. Het kabinet heeft nu besloten om met ingang van 2026 voor alle voorzieningen dit tarief te laten vervallen. Dit betekent dat de voorziene afschaffing voor het tarief huishoudelijke hulp voor 2025 wordt ingetrokken. Dit betekent voor 2025 een éénmalig voordeel van circa € 0,4 miljoen.

Bij de invoering van het abonnementstarief zijn gemeenten deels gecompenseerd voor de inkomensderving. Met de afschaffing van het tarief voor alle voorzieningen wordt een bedrag van € 130 miljoen (bovenop de al in het gemeentefonds verwerkte € 95 miljoen) uitgenomen. Met ingang van 2026 betekent dit voor Assen een aanvullend nadeel van € 0,6 miljoen. Aan de andere kant zullen ook de kosten voor Assen als gevolg van deze afschaffing dalen, doordat de (aanzuigende werking van de) Wmo-aanvragen voor huishoudelijke hulp naar verwachting afneemt. Of en in welke mate sprake is van lagere kosten is op dit moment niet in te schatten.