Programmabegroting 2024 01

4. Financiële vooruitzichten

Algemeen

In ons bestuursakkoord hebben we gezegd dat we Assen financieel gezond willen houden. We voeren daarom een behoedzaam en terughoudend financieel beleid. We geven invulling aan kansen en lossen knelpunten in het beleid en financiën op als die zich voordoen.

In 2024 hebben we een midterm review gepland waarin we kijken naar de resultaten van een aantal projecten en programma’s uit ons bestuursakkoord en naar onze financiële positie. We nemen dan een besluit over een eventueel vervolg en kijken ook of we financiële ruimte kunnen vinden voor mogelijke nieuwe beleidswensen en ambities. Hierbij betrekken we ook de beschikbare vrije ruimte in onze reserves.

Bij Kaderbrief 2024 hebben wij u geïnformeerd dat de ontwikkelingen omtrent het gemeentefonds na 2025 nog steeds onduidelijk zijn. We gaven ook aan dat de geplande invoeringsdatum van 2026 niet zal worden gehaald.

Met de val van het Kabinet Rutte IV begin juli 2023, de aankomende verkiezingen op 22 november 2023 en het daaropvolgend formatieproces is het onduidelijk of en in welke mate een nieuw kabinet bereid is om aanvullende middelen beschikbaar te stellen om de financiële tekorten van gemeenten met ingang van 2026 op te lossen. Daarmee blijft de onzekerheid omtrent het financieel perspectief voor nu onverminderd groot.

Uw raad heeft op 20 juli 2023 een motie aangenomen over de financiële situatie van onze gemeente met ingang van 2026 waarin u ons vraagt om in samenwerking met andere gemeenten, provincies en VNG alles in te zetten om de aangekondigde bezuinigingen ongedaan te maken. Wij blijven, samen met onze partners, ons inzetten om de financiële positie te verbeteren. In dat verband volgen we de geadviseerde beleidslijn in het begrotingsadvies van de VNG.

Ondanks deze onzekerheid is ons uitganspunt ongewijzigd en blijven we invulling geven aan onze ambities en maatschappelijke opgaven in combinatie met een gezonde financiële huishouding.

Financiële positie van Assen
De financiële vooruitzichten die we voor 2024 en 2025 presenteren zien er goed uit waarbij we onze reserves gericht inzetten voor de realisatie van beleidsdoelen. Op basis van de huidige inzichten zien we voor 2026 en verder een nog steeds structurele tekorten die nagenoeg overeenkomt met het beeld in de Kaderbrief 2024.

Samenvattend is het beeld als volgt:

  • De begroting 2024 en de meerjarenschijf 2025 laten een structureel en reëel sluitend beeld zien.
  • Het Herstelplan 2020-2024 inclusief de gestelde voorwaarden van de toezichthouder zijn gerealiseerd.
  • Voor de meerjarenschijven 2026 en 2027 zien we een structureel tekort als gevolg van het ontbreken van een duurzame oplossing voor de financiële consequenties van de aangekondigde nieuwe financieringsmethodiek.
  • Het weerstandsvermogen is goed.
  • De vrije ruimte in de gemeentelijke reserves is goed en is er ruimte voor het maken van aanvullende keuzes.

Financiële beleidslijn Sociaal Domein

De uitvoering van te taken in het Sociaal Domein is sterk verbonden met wetgeving. Voor de Jeugdzorg, Wmo en Beschermd wonen zijn drie wijzigingen voorzien:

  • hervormingsagenda Jeugd
  • herinvoering van het abonnementstarief Wmo.
  • invoering woonplaatsbeginsel Beschermd wonen

Begin juni 2023 is er overeenstemming bereikt over de hervormingsagenda Jeugd. In dat verband zijn de aanvullende middelen voor de jaren 2024 en 2025 toegevoegd aan het gemeentefonds. Voor de jaren 2026 en 2027 is opnieuw gekozen voor een stelpost jeugdzorg omdat een commissie zich zal buigen over de effecten van de maatregelen. Deze stelpost is ook verwerkt in ons meerjarenperspectief 2026 en 2027. De effecten van de hervormingsagenda zijn deels afhankelijk van wetgeving en moeten nog naar de Asser situatie worden vertaald.

In de voorjaarsnota 2023 van het Rijk is aangekondigd dat met ingang van 2026 het abonnementstarief Wmo weer zal worden ingevoerd met daarop een korting op het gemeentefonds.

De verantwoordelijke overheden werken al enkele jaren aan de transitie van beschermd wonen naar beschermd thuis. Twee belangrijke instrumenten daarvoor zijn invoering van het woonplaatsbeginsel en een nieuw verdeelmodel voor de middelen voor gemeenten voor beschermd wonen. Deze zorgen ervoor dat elke gemeente voortaan verantwoordelijk is voor de ondersteuning van de eigen inwoners. En dat elke gemeente ook passende middelen ontvangt om te zorgen voor beschermd thuis en beschermd wonen voor haar inwoners. De geplande datum van 1 januari 2024 is niet haalbaar en het streven was 1 januari 2025.

Met de val van het kabinet Rutte IV is het niet zeker of en in welke mate wetgeving zal volgen. Wel is duidelijk dat de wetgeving over de invoering van het woonplaatsbeginsel niet op korte termijn in de Tweede Kamer zal worden behandeld.

Kaderbrief 2024
De financiële kaders, de begrotingspositie en de meerjarenprognoses zijn in de Kaderbrief 2024 geactualiseerd waarbij het Herstelplan 2020-2024 vastgesteld door uw raad op 23 april 2020 en ons bestuursakkoord Dichtbij & Daadkrachtig de belangrijkste inhoudelijke uitgangspunten voor de begroting 2024 en volgende jaren zijn.

Stand Kaderbrief 2024

(Bedragen x € 1.000)

Ontwikkelingen sinds de Kaderbrief 2024

Eind juni 2023 zijn we door de toezichthouder geïnformeerd over de nieuwe richtlijn jeugdzorg. Dit betekent dat we voor 2026 en 2027 de gereserveerde middelen die het Rijk beschikbaar heeft structureel mogen opnemen. Daarnaast mogen de taakstellingen uit de hervormingsagenda ook als stelpost worden opgenomen. Het effect hiervan hebben wij verwerkt in de meerjarenprognoses.

Na de behandeling van de Kaderbrief 2024 in uw raad zijn we als voorbereiding op de begroting en de beleidsinvulling voor 2024 nogmaals nagegaan of en waar in het aanvaarde beleid en de bedrijfsvoering nog sprake is van autonome ontwikkelingen en knelpunten. De belangrijkste autonome ontwikkelingen hebben we in de begroting hebben opgenomen. Deze zijn:

  • het op peil brengen van formatie in het fysieke domein en sociale domein;
  • middelen voor de voortzetting van de projecten dienstverlening en participatie.

Deze hebben zowel een structureel als een incidenteel karakter.

Septembercirculaire 2023
De demissionaire status van het kabinet heeft ook geleid tot een beleidsarme septembercirculaire. De inhoud, met uitzondering van de toevoeging van volume-accres met ingang van 2027, beperkt zich tot actualisatie van de ontwikkeling de lonen en prijzen en de reguliere aanpassingen in de parameters. De actualisatie van lonen en prijzen is vertaald in een aanvullend loon- en prijsaccres. De toevoeging van een volume-accres met ingang van 2027 maakt onderdeel uit van de aangekondigde nieuwe financieringsmethodiek. De uitkomsten van deze circulaire zijn verwerkt in de begroting en meerjarenramingen.

Financiële eindresultaten 2024-2027
De uitkomst van de aanvullende ontwikkelingen na de Kaderbrief 2024 en het effect van de septembercirculaire 2023 vindt u hieronder samengevat weer. We hebben deze afgezet tegen de prognoses die we voor de periode 2024-2027 in de Kaderbrief 2024 hebben gepresenteerd.

Eindstand na mutaties septembercirculaire 2023

(Bedragen x € 1.000)

Financieel dekkingsplan 2024-2027
De uitkomsten van de afzonderlijke jaren worden van dekking voorzien in het dekkingsplan.

Financieel dekkingsplan 2024-2027

(Bedragen x € 1.000)

Geraamde uitgaven en inkomsten 2024

(Bedragen x € 1 miljoen)
(Bedragen x € 1 miljoen)

Reservepositie
De gemeentelijke reservepositie heeft sinds de vaststelling van het Herstelplan 2020-2024 een positieve ontwikkeling laten zien. De beschikbare vrije ruimte in de Algemene reserve en de reserve Investeringsfonds bedraagt eind 2024 afgerond € 41 miljoen. Op basis van de prognoses in de meerjarenraming 2025-2027 daalt de vrije ruimte naar € 27 miljoen. In onderstaand overzicht hebben we de ontwikkelingen voor u in beeld gebracht.

Vrij besteedbare ruimte in reserves

(Bedragen x € 1.000)