Kaderbrief 2023 als referentiekader
De financiële kaders, de begrotingspositie en de meerjarenprognose zijn als onderdeel van Kaderbrief 2023 geactualiseerd. Het financiële overallbeeld voor de jaren 2023-2026 inclusief de inzet van het bestuursakkoord Dichtbij & Daadkracht luidde als volgt:
Financiële beleidsrichtingen
De kaders, beleidsrichtingen en financiële aanpak en realisatie van de ambities uit het collegeakkoord Dichtbij & Daadkrachtig en de maatregelen uit het Herstelplan 2020 -2024 zijn richting gevend voor het in de Programmabegroting 2023 en de meerjarenprognose 2024-2026 te presenteren beleid, de daarvoor te ramen budgetten en de op te stellen financiële prognoses.
De Programmabegroting 2023 en de meerjarenprognose 2024-2026 bevatten reële ramingen en prognoses voor de uitvoering van de taken.
Bestuursakkoord Dichtbij & Daadkrachtig
Hoofddoelstelling van het financieel beleid is gericht een blijvend reëel en structureel evenwicht in de Asser begroting.
Aanname in dat verband is dat het kabinet op basis van de uitspraak van de commissie van wijzen over de kostenontwikkeling jeugdzorg ook voor 2024 en verder daadwerkelijk middelen beschikbaar stelt. Om uiting te geven aan die lijn is met ingang van 2024 een gewijzigde stelpost extra rijksmiddelen jeugdzorg opgenomen. De gewijzigde stelpost bestaat met ingang van 2024 uit twee delen namelijk de toegezegde middelen en de voorziene besparingen. Het beloop van de gewijzigde nieuwe stelpost maakt onderdeel uit van onze meerjarenprognose. Deze aanpak sluit aan bij de richtlijn die de gezamenlijke toezichthouders in dit verband hebben vastgesteld.
Voor wat betreft het fiscale beleid is aangegeven dat het ingezette beleid in 2022 wordt gecontinueerd met dien verstande dat:
- De tarieven voor het rioolrecht en de afvalstoffenheffing kostendekkend blijven.
De paragraaf “lokale heffingen” bevat de nadere toelichting op het fiscale beleid. De vaststelling van de in 2023 te hanteren tarieven vindt plaats als onderdeel van de besluitvorming tarievenbeleid 2023.
Bezuinigingsmaatregelen Herstelplan 2020-2024
Conform de uitgangspunten en beleidsrichtingen in het Herstelplan 2020 - 2024 zijn de volgende bezuinigingen uit het zogenoemde basispakket in de programmabudgetten 2022 en de jaarschijven 2023-2025 opgenomen.
Financiële en fiscale kaders en spelregels 2023-2026
De opbouw en samenstelling van de product- en de programmabudgetten voor 2023 en van de financiële prognoses voor de periode 2024-2026 vindt plaats op basis van de volgende uitgangspunten:
- Het aanvaarde beleid, de geactualiseerde budgetten 2022 en prognoses t/m de Kaderbrief 2023.
- De autonome ontwikkelingen, knelpunten en nieuwe beleidsmaatregelen.
- Het pakket bezuinigingsmaatregelen opgenomen in het ‘Herstelplan 2020 - 2024’
- Toepassing beleids-, reken- en spelregels conform het vernieuwde BBV en het eigen bestuursakkoord.
- Stortingen in en onttrekkingen aan van reserves conform de spelregels uit de ‘nota reserves en voorzieningen’.
- Raming/prognoses bijdragen GR-en conform de (meerjaren-)begrotingen 2023 van de betrokken GR-en.
- Raming/prognoses algemene uitkering gebaseerd op de prognoses en maatregelen uit de Meicirculaire 2022 en de Septembercirculaire 2022.
- Raming aandeel onderschrijding BCF-plafond conform advies/richtlijn BZK Meicirculaire 2022.
- Loonontwikkeling 2022- 2023 maximaal 7,0% (= t.o.v. werkelijk niveau maart 2022).
- Prijsontwikkeling 2022-2023 maximaal 5,2% (conform Meicirculaire 2021 en incl. nacalculatie).
- Reguliere vervangingsinvesteringen in bedrijfsmiddelen, bedrijfsgebouwen en andere gemeentelijke panden.
- Rentevisie en rentebeleid 2023 ongewijzigd ten opzichte van 2022.
- Omslagrente 1,8% rente financiering grondexploitatie 1,04 %, indexatierente amortisatiereserves jaarlijks 1,8%.
- Aanpassing tarieven onroerendezaakbelasting per 1 januari 2023 3,1% (cf. Meicirculaire 2022).
- Basistarief toeristenbelasting verhoging trendmatig € 0,05
- Overige heffingen en tarieven zoveel mogelijk kostendekkend; anders trendmatig (cpi Meicirculaire 2022 en incl. nacalculatie).