Programmabegroting 2023 01

4. Financiële vooruitzichten

Financiële positie van Assen

De financiële positie van Assen stond de afgelopen jaren fors onder druk. Onvoldoende rijksmiddelen voor de uitvoering van gemeentelijke taken leidden tot bezuinigingen en uitstel/afstel van noodzakelijke investeringen. Daarnaast werden onvoldoende middelen beschikbaar gesteld voor nieuwe taken. De VNG heeft bij de kabinetsformatie gepleit voor structureel meer middelen om invulling te kunnen geven aan maatschappelijke opgaven. In de plannen van het nieuwe kabinet Rutte IV is hier slechts deels en tijdelijk in voorzien. Na 2025 worden we geconfronteerd met een daling van middelen in het gemeentefonds. Deze daling wordt veroorzaakt door de herinvoering van de opschalingskorting en een nieuwe financieringsmethodiek voor medeoverheden. Bij de behandeling van de Kaderbrief 2023 in uw raad hebben we aangegeven dat er nog veel onzekerheden zijn omtrent de financiële positie van onze gemeente na 2025. In ons bestuursakkoord hebben we daarom we halverwege deze bestuursperiode een midterm review gepland.

Met de samenstelling van de begroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2026 waar we ook de meest actuele informatie uit de septembercirculaire 2022 hebben betrokken is het beeld voor de jaren 2023, 2024 en 2025 op grote lijnen in overeenstemming met het geschetste beeld uit de Kaderbrief 2023. Voor het jaar 2026 komt een positiever beeld naar voren als gevolg van een extra rijksbijdrage nieuwe financieringsmethodiek. Hiermee geeft het kabinet deels en tijdelijk een oplossing voor de structurele problemen die gemeenten ervaren als gevolg van deze nieuwe methodiek.


Samenvattend is het beeld als volgt:

  • De begroting 2023 en de meerjarenschijven 2024 en 2025 laten een structureel en reëel sluitend beeld zien;
  • Voor de jaren 2023 tot en met 2025 is financiële ruimte beschikbaar voor tijdelijke aanvullende beleidsvorming en uitvoering;
  • De meerjarenschijf 2026 laat een verbeterd beeld zien ten opzichte van de Kaderbrief 2023 maar er is nog geen definitieve oplossing voor de financiële consequenties van de nieuwe financieringsmethodiek;
  • Het weerstandsvermogen is goed;
  • De vrije ruimte in de gemeentelijke reserves is solide en er is ruimte voor het maken van keuzes.


Financiële beleidslijn Sociaal Domein

Het Kabinet Rutte IV heeft in het regeerakkoord invulling gegeven aan de uitspraak van de commissie van wijzen inzake de arbitrage jeugdzorg met daarbij een aanvullende taakstelling van € 100 miljoen in 2024 oplopend naar 500 miljoen in 2025 en verder. Vooralsnog zijn de extra middelen alleen voor het jaar 2023 toegevoegd aan het gemeentefonds.

We gaven bij de begroting 2022 aan dat voor de uitvoering van de Wmo steeds meer middelen nodig zijn. Deze trend zet zich ook in 2023 voort. Voor dit onderdeel blijven we ons samen met onze partners inzetten om het kabinet te overtuigen van de noodzaak van extra structurele middelen.

Voor beschermd wonen staat met ingang van 2024 de doordecentralisatie gepland. Concreet betekent dit dat alle gemeenten per 2024 de middelen voor beschermd wonen ontvangen op basis van een objectief verdeelmodel met een geleidelijk ingroeipad. De financiële consequenties van dit nieuwe verdeelmodel kunnen we op dit moment nog niet inschatten.


Kaderbrief 2023

De financiële kaders, de begrotingspositie en de meerjarenprognoses zijn in de Kaderbrief 2023 geactualiseerd waarbij het Herstelplan 2020-2024 vastgesteld door uw raad op 23 april 2020 en ons bestuursakkoord Dichtbij & Daadkrachtig de belangrijkste inhoudelijke uitgangspunten voor de begroting 2023 en verder bevat.


Ontwikkelingen sinds de Kaderbrief 2023

Gedurende het zomerreces hebben Rijk, gemeenten en toezichthouders afgesproken dat een nieuwe stelpost jeugdzorg mag worden meegenomen voor de jaren 2024 –2026. De gereserveerde extra middelen die het Rijk beschikbaar heeft mogen met ingang van 2024 voor 100% structureel worden opgenomen. Daarnaast kan de hierboven genoemde extra taakstelling jeugdzorg ook als stelpost worden opgenomen. In onze brief van 6 september 2022 hebben we u daarover geïnformeerd. Het beeld wat in deze brief aan u is gepresenteerd is in onderstaande tabel weergegeven en vormt het vertrekpunt voor de samenstelling van de Begroting 2023.

Bijgestelde resultaten 2023-2026

(Bedragen x € 1.000)

Na de behandeling van de Kaderbrief 2023 in uw raad zijn we als voorbereiding op de begroting en de beleidsinvulling voor 2023 nogmaals nagegaan of en waar in het aanvaarde beleid en de bedrijfsvoering nog sprake is van autonome ontwikkelingen en knelpunten. Ook hebben we het Herstelplan 2020-2024 in relatie tot de gestelde voorwaarden van de toezichthouder over de amortisatiereserves MRI en DNK beoordeeld. Gezien het financieel effect op het begrotingsbeeld vervalt met ingang van de begroting 2023 de onttrekking uit de amortisatiereserve MRI, en daarmee zijn deze baten in de begroting komen te vervallen.

In plaats daarvan worden de lasten regulier in de begroting opgenomen. Bij de Kaderbrief 2024 komen we met een voorstel op welke wijze invulling kan worden gegeven aan het opheffen van de amortisatiereserve DNK. Al deze financiële ontwikkelingen zijn in de begroting en meerjarenprognoses verwerkt.


Septembercirculaire 2022

In de septembercirculaire worden de effecten van het regeringsbeleid die op Prinsjesdag bekend zijn gemaakt vertaald. Daarnaast is de omvang van het gemeentefonds geactualiseerd op basis van de voorgenomen rijksuitgaven, specifieke rijksuitkeringen en de ontwikkelingen op het gebied van lonen en prijzen. Er is geen sprake van een zogenaamd volume-accres. Tussen Rijk en gemeenten is namelijk afgesproken dat deze tot en met 2025 is bevroren. Daarmee is een grotere stabiliteit bereikt in de ontwikkeling van het gemeentefonds. We ontvangen in 2023 éénmalig extra middelen voor de energie toeslag voor de huishoudens tot 120% van het sociaal minimum en extra accres door gestegen lonen en prijzen. De circulaire geeft voor 2023 en verder nog geen duidelijkheid over aanvullende middelen voor uitvoeringklimaatbeleid en invoering Omgevingswet. We gaven al eerder aan dat er na 2025 onzekerheden zijn over de ontwikkeling van het gemeentefonds. In deze circulaire is voor gemeenten een éénmalige bijdrage van € 1,0 miljard voor 2026 opgenomen. Deze actualisatie van het gemeentefonds hebben we verwerkt in onze begroting en meerjarenraming.


Financiële eindresultaten 2023-2026

De uitkomst van de aanvullende ontwikkelingen na de Kaderbrief 2023 en het effect van de septembercirculaire 2022 vindt u hieronder samengevat weer. We hebben deze afgezet tegen de prognoses die voor de periode 2023-2026 in de Kaderbrief 2023 inclusief aanvullende brief aan uw raad hebben voorgelegd.

Eindstand na mutaties septembercirculaire 2022

(Bedragen x € 1.000)

Financieel dekkingsplan 2023-2026

De uitkomsten van de afzonderlijke jaren worden van dekking voorzien in het dekkingsplan. Voor 2023 tot en met 2025 geldt dat wij de overschotten kunnen toevoegen aan de Algemene reserve. Voor 2026 dekken wij het tekort vooralsnog uit de algemene reserve. In ons bestuursakkoord Dichtbij & Daadkrachtig hebben we halverwege deze bestuursperiode een midterm review voorzien waarbij we dan de financiële positie opnieuw beoordelen.

Verrekening begrotingsresultaten 2023-2026

(Bedragen x € 1.000)

Reservepositie

De gemeentelijke reservepositie heeft sinds de vaststelling van het Herstelplan 2020-2024 een positieve ontwikkeling laten zien. De beschikbare vrije ruimte in de algemene reserve en de reserve investeringsfonds bedraagt eind 2023 afgerond € 35 miljoen. Op basis van de prognoses in de meerjarenraming 2024-2026 groeit de vrije ruimte naar bijna € 44 miljoen. In onderstaand overzicht hebben we de ontwikkelingen voor u in beeld gebracht.

Vrij besteedbare ruimte in reserves

(Bedragen x € 1.000)

De ratio’s voor solvabiliteit en weerstandscapaciteit zijn voor ons belangrijke indicatoren en geven aan in welke mate we in staat zijn om tegenvallers op te vangen en ook dat we kunnen blijven investeren in de stad.